Het illegale PAROOL, 21 November 1944
November 1944
Ik had graag nog met Vader gepraat
Lieve Ouders,
Alles hier bij het oude. We gaan alweer aardig de winter tegemoet. Hoe leeft U eigenlijk op het oogenblik? We maken ons hier natuurlijk erg ongerust. U moet maar denken als de nood het hoogste is, is de redding nabij. Denk eens wat onze voorvaderen doorstaan hebben. bijvoorbeeld in Leiden. Wat eten betreft hebben we het hier best en rooken gaat ook nog wel. We hebben pas 500 cigaretten via Genève ontvangen. Groeten aan Pucky, Uw liefh. Henk.
Neubrandenburg, 20 November '44
Liefste,
Hier nog steeds geen bijzonderheden. Post ontvang ik niet meer. Nog steeds is m'n laatste post van 1 September. Maar ik heb goede hoop, alleen geloof ik niet meer dat we dit jaar Kerstmis al samen zullen vieren. Volgend jaar beter zullen we maar zeggen. Veel liefs, je Henk.
Neubrandenburg, 25 November '44
Lieve Moeder,
Vanmorgen de tijding ontvangen. De dominee kwam het me vertellen. Lieve Moeder, ik berust volkomen en leef volkomen met U mee. Natuurlijk had ik mijn Vader nog graag gesproken. Maar op het oogenblik heb ik een beeld van hem zoals ik hem verliet en dat is misschien beter. Moeder, U weet hoe ik altijd last heb gehad met schrijven, maar op het oogenblik is het mij ten eene male onmogelijk mijn gedachten op papier te zetten. Wie had ooit kunnen denken dat wij elkaar op een dergelijke manier zouden moeten verlaten. Heeft Vader nog geleden? De laatste tijd heb ik veel aan U beiden moeten denken. Soms was het of ik thuis was. Helaas, maar ook dit jaar zal dat wel niet meer het geval wezen. Moeder, ik ben niet in staat om U hier vandaan te steunen. Maar ik vertrouw dat Pucky U helpen zal. Houdt U goed, ik zal mijn best doen. Ik had graag nog met Vader gepraat. Dat kon hij altijd zoo goed. Moeder, als ik daaraan denk kan ik me haast niet goed houden. Uw innig liefhebbende zoon. Henk.
Neubrandenburg, 26 November '44
Mijn Liefste,
Gisteren het telegram ontvangen. Puck, je kunt begrijpen hoe het me trof, maar toch kwam het niet onverwacht, want eerlijk ik was er al lang op voorbereid en berust momenteel volkomen. Eigenlijk kan ik het me nog niet voorstellen dat als ik thuis kom mijn Vader daar nu niet meer zal zijn. Ik had hem zoo graag nog gesproken. Ik vind het fijn dat je mijn Vader nog gekend hebt. Ik heb altijd erg veel van hem gehouden en de laatste tijd moest ik veel aan verschillende gezegdes van hem denken. Hoe heeft Moeder zich gehouden? Zal je goed voor haar zorgen? Liefste, ik vertrouw helemaal op je ofschoon ik begrijp wat een moeilijke tijden dit voor jullie zijn. Puck, kon ik maar bij jullie zijn. Wat een rare tijd toch. Jullie in narigheid en ik hier de hele dag niets te doen. Het eten en drinken komt vanzelf. Liefste, houd je goed, help Moeder en denk maar veel aan me, dan zijn we dichter bij elkaar. Je innig liefhebbende man Henk.
Amsterdam, 28 November '44
Mijn lieve Man,
Je kaart van 11 Oct. in goede gezondheid ontvangen. Je maakt veel mee, dat weet ik, maar je zwemt er wel doorheen. Houdt je vooral goed en kleedt je warm, want je hebt nog een heel leven voor je en je lievelingsberoep staat spoedig voor je open. Heb je het bericht nog doorgekregen dat je Vader 17 November is overleden? Ik condoleer je wel, maar heus Henk voor de man zelf is het beter. Nu is hij uit zijn lijden en voor je Moeder was het niet meer om na te lopen. Zij had er ook onderdoor gegaan. Ik ben nu bij Eef en Dora. Thuis mot gehad. Nu schat, tot spoedig! Wees voorzichtig hoor! Veel liefs en kussen van je liefhebbende Vrouw!