Voorwoord - Koffer met gevoelige inhoud
Er is relatief weinig gepubliceerd over Nederlandse soldaten en officieren in Duitse krijgsgevangenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. Begrijpelijk, want hun lot stond in geen verhouding tot dat van de miljoenen slachtoffers van de vernietigingskampen tijdens het Nazi-regime. Toch maken ook zij deel van de geschiedschrijving over de periode 1940-’45.
Hermetisch van de buitenwereld afgesloten, achter prikkeldraad en muren met Duitse wachtposten en geweerlopen, wachtten ze ver van huis op de vrede en een behouden terugkeer. Hunkerend intussen naar een teken van leven van hun dierbaren in de vorm van brieven met goede tijdingen. Uitkijkend ook naar pakketjes met levensmiddelen en foto’s van hun geliefden en gezinnen.
De 2e luitenant Henk de Pater >
De correspondentie tussen Hen(dri)k de Pater en zijn vrouw Coby en tussen zijn ouders geven
een beeld van hetgeen duizenden krijgsgevangenen in de kampen, zoals Langwasser, Stanislau en
Neubrandenburg, doormaakten. Decennia lang lag ze zorgvuldig bewaard in een koffer op zolder. De dochters van Henk en Coby
de Pater vonden het tot voor kort emotioneel te belastend om de briefwisseling tussen hun ouders
te lezen.
De uitgebreide verzameling inmiddels grotendeels vergeelde kaarten en brieven, over en weer
verzonden als ‘Kriegsgefangenenpost’, schetst afwisselend zowel hoop als wanhoop, het verlangen
naar elkaar en de groeiende vertwijfeling elkaar ooit nog terug te zien. Hoe langer de vrede
uitblijft, hoe meer hun optimisme verandert in pessimisme.
Ondanks dat de brieven streng worden gecensureerd - ‘geprüft’ – weet Coby regelmatig op subtiele
wijze een stil protest mee te sturen. Door bijvoorbeeld grote uitroeptekens te plaatsen achter
‘Holland’ als verzendadres. Of op een kerstgroet ‘Vrede op aarde!!!’ te schrijven. Ook laat ze
haar Hendrik regelmatig weten dat ‘alles sal reg kom!’
Dat laatste is maar ten dele waar, want tijdens zijn krijgsgevangenschap ontvangt hij diverse
doodstijdingen per brief. Eind 1944 overlijdt zijn vader, al eerder zijn schoonmoeder en tegen
het einde van de bezetting wordt één van Coby’s broers gefusilleerd.
Bij elkaar vormen de gebundelde kaarten en brieven als document een - postuum - eerbetoon aan
al die naamloze soldaten en officieren, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in krijgsgevangenschap
verbleven.
Dit document kon niet tot stand komen zonder de toestemming van Dicky en Ansje de Pater. Een
woord van dank is hierbij dan ook alleszins op zijn plaats.
Rob Hirdes,
André Horlings
oktober 2011