Kriegsgefangenenpost


In Grebbelinie nauwelijks contact met Duitsers

Tweede luitenant Hendrik de Pater (1916-1986) diende vanaf 2 mei 1938 tot na de meidagen van 1940 bij het 7e Regiment Infanterie (7 RI). Waar hij de Duitse invasie van 10 mei 1940 meemaakte weet zijn familie niet; ‘de oorlog’ was een te gevoelig onderwerp om uitvoerig te bespreken. ,,Maar waarschijnlijk was het de Grebbeberg. In zijn latere leven bezocht hij namelijk wekelijks de erebegraafplaats aldaar en de voormalige stellingen. Maar hij sprak nooit over het precieze waarom van zijn repeterende uitstapjes.”

Dat klopt, zegt H. Groenman van de redactie van het Grebbeberg Forum, in antwoord op een soortgelijke vraag:

7 RI maakte deel uit van het IVe Legerkorps en verdedigde de sector van de Grebbelinie meteen ten noorden van Amersfoort. In de meidagen heeft er in dit gebied geen Duitse aanval plaatsgevonden, zodat er feitelijk nauwelijks of zelfs geen contact met de vijand is geweest. In de nacht van 13 op 14 mei is men teruggetrokken op het z.g Oostfront van de Vesting Holland. Dit als gevolg van het feit dat de Duitsers de Grebbelinie zuidelijker bij Rhenen hadden doorbroken en (dus) het gevaar van omsingeling en afsnijding dreigde. Voor de militairen van 7 RI en de andere regimenten in dezelfde noordelijke gedeelte van de Grebbelinie zal dat terugtrekken niet altijd even begrijpelijk zijn geweest.

7e Regiment Infanterie

Het IV. Legerkorps (20.000 man), onder leiding van generaal-majoor A.R. van den Bent, was belast met de verdediging van de Eemvallei en de Grebbelinie. Het bestond uit de 7e Divisie (7e R.I., 18e R.I., 1e R.A. – regiment artillerie) en de 8e Divisie (5e R.I., 16e R.I., 21e R.I., 5e R.A.). Daarnaast kreeg het twee cavalerieregimenten toegewezen; het 1e en 5e Regiment Huzaren. Het 7e Regiment Infanterie had zelfs een eigen mars (YouTube).

Waar tweede luitenant Henk de Pater tijdens De Slag om de Grebbeberg (video, 1.01 uur) precies dienst deed is niet bekend. Op de zeer informatieve website De Slag op de Grebbeberg is ook de Schothorstkaart te vinden van het strijdgebied boven Amersfoort.

Schothorstkaart

Topografische kaart (uitgave 1931), met daarop ingetekend de stellingen van I-7 RI (Grebbelinie.nl)

De website verduidelijkt:

Het 7e Regiment infanterie lag met het 5e Regiment Infanterie bij Amersfoort. De scheiding tussen beide regimenten werd gevormd door de spoorlijn Amersfoort-Zwolle, rechts op de kaart zichtbaar. De bataljonsgrens van I-7 R.I. was de weg van Amersfoort naar Bunschoten(links).
Het rode vlaggetje bij Huis Schothorst geeft aan dat daar de bataljonscommandopost was gevestigd. Het tekentje rechts daarvan geeft de positie aan van de Commandopost van de Mitrailleur Compagnie. Op de spoorbaan rechts is het tekentje zichtbaar van een stuk 6 veld. De pijltjes met punten aan onder en bovenzijde betekenen een Compagnie Commandopost, zoals in Kattenbroek. Voorts is er nog een H P V zichtbaar, een Hulpverbandplaats. De pijltjes met een kruisje zijn de mitrailleurs (M.08) die waren opgesteld.
Ook zijn enkele beknopte verslagen van medestrijders bewaard gebleven, van majoor J. Appels, majoor, dr. P.J.W. van Malssen en majoor, H.B.B. Top (“Taak: Standhouden” ); alle drie voorzien van schetsmatige kaarten.

Grebbelinie

Verdedigingslinies De Nederlandse verdedigingslinies op 10 mei 1940 (Wikipedia) >

De Grebbelinie was relatief nieuw. Toen op 6 februari 1940 de 63-jarige luitenant-generaal Henri Winkelman aantrad als opperbevelhebber concludeerde hij dat de Nieuwe Hollandse Waterlinie te dicht bij Amsterdam en Utrecht lag om deze steden goed te kunnen verdedigen. Hij legde daarom de nadruk op de Grebbelinie. In het verlengde van de Grebbelinie liep de Betuwelinie die in Noord-Brabant werd voortgezet als Peel-Raamstelling, meestal kortweg Peellinie genoemd.

De website De Utrechtse Heuvelrug beschrijft de stellingen op de Grebbeberg worden, inclusief een duidelijke kaart, waarop ook duidelijk is aangegeven welke gebieden intussen onder water waren gezet. Het 7 RI moet worden geplaatst in de omgeving van de Glashut.

Volgens redacteur H. Groenman van het Grebbeberg Forum (21 juni 2006 18:27) eindigden alle bataljons van 7 RI op 14 mei in Nieuwersluis.

425 gesneuvelden

Tijdens de strijd om de Grebbeberg - inclusief de gevechten bij Achterberg - kwamen 425 Nederlandse militairen om het leven. Eén man stierf op 18 mei bij het opruimen van een mijnenveld voor de Duitsers. Ze zijn begraven op het Ereveld Grebbeberg in Rhenen. Aan Duitse kant vielen 165 man die met zekerheid aan de Slag om de Grebbeberg gerelateerde kunnen worden. De slachtoffers werden later herbegraven op de Duitse oorlogskerkhof in Ysselsteyn (Limburg).
Die 425 man gesneuvelden, stelt de website Grebbeberg.nl. vast, waren een vijfde van alle Nederlandse militaire gesneuvelden tijdens de meidagen (ca. 2.300 man). Als men bedenkt dat die tol werd geëist in een strijdperk dat niet meer mat dan circa twee bij drie kilometer, dan is de magnitude van dat verlies vermoedelijk voldoende duidelijk gemaakt.

meijer < De naam van Chris Meijer werd in 1948, toen de 'zaak-Meijer' nog volstrekt onbekend was, weggebikt uit het oorlogsmonument in Rhenen aan de Grebbeberg. (Grebbeberg.nl)

Of zijn het er toch 424? Ook sergeant Chris Meijer uit Dieren, die in een inferno van hellevuur terecht was gekomen, was zo'n slachtoffer. Hij werd geëxecuteerd.
Meijer en zijn mannen lagen in stelling op de Laarschenberg, de noordelijke helling van de Grebbeberg, dichtbij Ouwehands Dierenpark, waar bovendien een aantal ‘wilde dieren’ waren losgebroken; apen slingerden door de bomen en her en der waren griezelige dierengeluiden te horen.
De eenheid lag tegenover de SS-Standarte 'Der Führer', die was uitgerust met de modernste middelen en tot de tanden bewapend. De povere Nederlandse verdedigingscapaciteit werd ook nog eens geteisterd door haperende telefoonverbindingen en gebrek aan munitie. Twee dagen gingen de bombardementen onverminderd door, zonder dat er iets aan gedaan kon worden. 'We zitten hier gewoon zelfmoord te plegen', concludeerden enkele mannen.
Meijer stelde vast dat de situatie hopeloos was. Hij gaf het bevel: 'Stuk eruit, achteruit', liet de munitie op de trekker laden en koppelde één kanon er achter. ,,We gaan terug tot achter de Waterlinie. Daar kunnen we misschien nog iets doen'', zei hij tegen 'zijn' korporaal Bult. Een hoogst omstreden beslissing, die later als desertie werd opgevat.

Generaal Jacob Harberts, de commandant van het IIe legerkorps, concludeerde in zijn hoofdkwartier in Doorn - ruim twintig kilometer van het front - een 'schandelijk falen' van zijn soldaten, die 'onvoldoende weerstand' hadden geboden aan 'niet meer dan honderd man vijand'. ,,Inzicht in de kracht van de Duitse aanval had generaal Harberts niet'', constateert dr. L. de Jong droogjes in Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Meijer werd op 12 mei 1940 in een later zeer omstreden proces door de krijgsraad ter dood veroordeeld en binnen enkele uren terechtgesteld, omdat hij zonder toestemming zijn legerpost op de Grebbeberg verlaten had. Er was echter geen sprake van een ‘afschrikwekkend voorbeeld', zoals generaal Harberts dat had geëist, want het vonnis werd niet bekendgemaakt. Het werd pas openbaar toen deel 3 (pag. 236-238) van de oorlogsgeschiedenis van dr. L. de Jong verscheen.

Op de Grebbeberg

Willy Derby zong na de Slag als eerbetoon aan de gevallenen zijn lied Op de Grebbeberg (YouTube), geschreven door Jacques van Tol, die later berucht werd in het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter, maar ook door Als op het Leidscheplein de lichtjes weer eens branden gaan (YouTube).

Inhoud | Verder met: Groot verlof op Eerewoord


Make a Free Website with Yola.