Kriegsgefangenenpost


Aan het Oostfront is het tegenoffensief van veldmaarschalk Von Manstein op eersten Kerstdag weer afgelost door het Russische winteroffensief van ongekende hevigheid. Reeds begin Januari stonden ze 40 km diep op vroeger Poolsch gebied en hebben op verschillende plaatsen den bovenloop van de rivier de Boeg overschreden. Deze stoot richting der Karphaten wijst op een poging, de Duitsche legers aan de Hongaarsche grens te splitsen en althans de Zuidelijke groep op te rollen. (…) Zoo zien we de nederlaag Duitschland van alle kanten besluipen en voor de onderdrukte volkeren de bevrijding naderen.

Het illegale TROUW, midden Januari 1944


Januari 1944

Van 11 tot en met 17 Januari zijn we op reis geweest

Stanislau, 3 Januari '44

Lief Vrouwtje,
De eerste brief in dit jaar, dat ons naar we hopen en verwachten elkaar zal doen weerzien in een vrij Nederland. Gisteren heb ik twee brieven van je ontvangen en wel van 14 en 19 Dec. waarin je schreef dat je me zoo mager vond. Nu, dat is heusch niet zoo, alleen moet je niet vergeten dat dat een foto was van 30 Mei, dus toen ik hier nog maar een paar maanden was. Je zult wel benieuwd zijn hoe we Oudejaar doorgebracht hebben, nu 's avonds hebben we een etentje gehad, zelf klaargemaakt. daarna kerkdienst en verder hebben we zitten kienen. Dat laatste was natuurlijk een schijnmanoeuvre want we waren natuurlijk steeds met onze gedachten in Holland. Puck, ik verlang toch zoo naar jou, maar enfin de toestand voor het komende jaar laat zich vrij gunstig aanzien, gelukkig maar. Puck, door jouw brieven kom ik steeds meer van jouw gedachten te weten en word ik steeds meer verliefd op je als dat nog mogelijk is. Nou liefste, heel veel zoenen en liefs van je liefhebbende man in Polen. Henk.

hoofdingang De hoofdingang van Stalag 371, kamp Stanislau, dat ze snel zouden verlaten. >

Stanislau, 6 Januari '44

Mijn Liefste,
We hebben officieel bericht gehad dat we overgeplaatst worden. Puck, maak je vooral niet ongerust, hoe we ook overgeplaatst worden, ik kom altijd dichterbij. Want verder naar het Oosten zullen we wel niet gaan. Over eten hoef je je niet ongerust te maken. Ik heb een goede reserve-voorraad bij me en vind het heel prettig dat er nu eindelijk wat schot in komt. Heel veel kussen van je Henk.

Amsterdam, 10 Januari '44

Mijn liefste Man,
Hier is alles nog okidoki, hopende van jou hetzelfde. Vanochtend weer een fijne brief van 21 Dec. ontvangen, die bewaar ik nog even zuinig. Gisteravond op visite geweest, mooie plaatjes gedraaid, dus het was weer gezellig. We zaten allemaal te genieten van de Engelse sigaretten. De zeep is ook geweldig en de thee en die chocolade. Heel veel liefs, sterkte, je liefh. Vrouw!

Amsterdam, 10 Januari '44

Lieve Henk,
We weten niet of je nog in Stanlislau zit, maar we zullen maar hopen van wel. Je weet wel wat je hebt, maar het andere moet je maar afwachten. Heb je het pakje met mijn portret al ontvangen en het andere met je polsmofjes. Nu ben je al bijna weer een jaar weg en toch nog altijd bij ons in gesprek en gedachte. Hr. Gegr. je liefh. Ouders.

Amsterdam, 14 Januari '44

Mijn lieve Man,
Alles gezond en wel in Stanislau? Nu dat hoop ik maar, want hier gaan al weer de gekste en fantastische verhalen omtrent jullie rond. Maar geloven doe ik er niets van. Ik wacht wel af op het bericht van het Roode Kruis. Gisteren bij kennissen op visite geweest met een zoontje van drie. Als ik later ook zo'n mooi huis heb en mijn lieve Man weer bij me is en zo'n schattig jochie, nu dan zou ik dolgelukkig zijn. En jij? Liefste, ik moet helaas weer eindigen en verlang heel erg naar je, maar zal nog even geduld moeten hebben. Heel veel liefs en kussen van je liefhebbende Vrouw!

Neubrandenburg, 21 Januari '44

Mijn liefste Pucky,
Van 11 tot en met 17 Januari zijn we op reis geweest. Vind je het nu niet een fijn idee dat ik nu zo'n duizend kilometer dichter bij je ben? Was ik maar weer thuis. Heel veel liefs van je innig liefhebbende man. Veel kussen. Je Henk.

Neubrandenburg, 22 Januari '44

Mijn liefste, Hier alles wel, maar hoe is het bij jullie? Ik maak me hoe langer hoe ongeruster. Er komen hier de laatste tijd zooveel doodsberichten binnen. In een week tijd een dochtertje van een van onze zaal, iemands grootmoeder en mijn neef Daan. Puck, wees toch voorzichtig. Je innig liefh. Henk.

Neubrandenburg, 28 Januari '44

Lieve Moeder,
k heb nu al weer een tijd geen post gehad. De laatste kaart is van Pucky van 3 december. Het wordt anders wel tijd dat er eens een eind komt aan de oorlog. Ik begin er genoeg van te krijgen, maar zoo zullen er wel meer zijn. Ik kan me soms toch zoo ongerust over U maken, vooral als je die beroerde berichten uit Holland krijgt. Het enige waar ik hier last van heb is m'n reumatiek, maar daar hoeft U zich niet ongerust over te maken, want dat gaat in Holland vanzelf wel weer over. Ik hoop tot gauw. Uw innig liefhebbende zoon Henk.

Neubrandenburg, 30 Januari '44

Lieve Puck,
Wat zou ik toch graag bij je zijn, maar nog even geduld. Het is hier anders stukken minder dan in Stanislau, maar ook dat went wel. Er zijn op het oogenblik menschen genoeg die het beroerder hebben. Gelukkig had ik een goed voorraadje toen we hier kwamen van boonen en havermouth, want tot nu toe hebben we nog helemaal geen pakjes uit Holland meer ontvangen. Liefste, zul je op 25 Februari heel dicht in gedachten bij me zijn? Alweer een jaar, kun jij dat begrijpen? Nu, ik niet en dat is maar goed ook. Als ik nog denk aan het moment dat ik jou op het perron achter liet. Puck, dat is tot nu toe het beroerdste moment in mijn leven geweest. Vooral de laatste tijd, nu we hier zijn, moet ik er steeds aan denken. Houd je vooral flink en laat je door niemand op je kop zitten. Ik kom gauw om je te verwennen en dit jaar goed te maken. Je man Henk.

Inhoud | Verder met: Februari 1944 - Ik ben toch zo verdrietig
en dit juist op deze dag


Make a Free Website with Yola.